Haar ouders hadden gehoopt op een troonopvolger, en waren enigszins teleurgesteld dat ze een meisje hadden gekregen. De prinses groeide op aan het Hof van Laken en kreeg een Spartaanse opvoeding, inclusief lijfstraffen. Het gebrek aan ouderlijke liefde en genegenheid werd enigszins gecompenseerd door plezierige momenten die ze deelde met haar jongere broer Leopold en haar zusjes Stefanie en Clementine. Vooral haar vader keek niet naar haar om, zeker niet na de geboorte van zijn tweede kind, prins Leopold, in 1859. Dat was wel een jongen en hij kreeg alle aandacht als toekomstige troonopvolger. Groot was het drama toen in 1869 prins Leopold plots stierf. De koning was zijn enige zoon kwijt. De geboorte in 1872 van alweer een dochter, prinses Clementine, bracht geen verbetering.