Op 3 juni 1869 werd er in Brussel een kind geboren.
Het was een jongen en zijn ouders noemde hem: Boudewijn Leopold Philippe Marie Charles Antoine Joseph Louis.
Boudewijn was de oudste zoon en het eerste kind van prins Filips van België, graaf van Vlaanderen en prinses Maria Luise van Hohenzollern-Sigmaringen.
Boudewijn had drie zussen:
– Henriette (tweeling)
– Joséphine (tweeling)
– Josephine
Boudewijn had één broer:
– Albert I
Na een moeilijke geboorte werd Boudewijn geboren om 18.30 uur in het paleis van de graaf van Vlaanderen.
Bij zijn geboorte was hij tweede na zijn vader in de volgorde van troonopvolging. Zijn emblematische voornaam herinnert de Belgen op slimme wijze aan glorieuze herinneringen waarmee we de pasgeborene proberen te associëren. De graaf van Vlaanderen blaast de onderbroken draad van de historische tijden nieuw leven in door zijn zoon de voornaam te geven van verschillende graven van Vlaanderen die zich in de middeleeuwen onderscheiden.
Op 26 juni 1869 werd Boudewijn, tijdens een besloten ceremonie, gedoopt in een huiskamer van het paleis van zijn ouders, die voor de gelegenheid was omgetoverd tot kapel. Boudewijn wordt bij het doopvont vastgehouden door zijn peetvader, koning Leopold II , en zijn meter en grootmoeder van moederskant Joséphine de Baden. Na deze snelle ceremonie wordt een lunch met 14 plaatsen geserveerd. Om deze gebeurtenis te vieren verdeelden de burgemeesters van de Brusselse gemeenten een bedrag van 6.000 frank, verdeeld onder de kinderen van behoeftige gezinnen die op dezelfde dag als Prins geboren waren.