Op 21 februari 1919 overleed Karel Anton in Namedy, enkele maanden na het einde van de Eerste Wereldoorlog. Hij werd eerst bijgezet op het kerkhof van Namedy, maar later werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar de Verlossingskerk in Sigmaringen.
Op 6 augustus 1935, zestien jaar na de dood van haar man, trad Josephine toe tot een Benedictinesser klooster in Namen.
Op 6 januari 1958 overleed de 85-jarige prinses Josephine, waar ze ‘zuster Marie-Josefine’ heette. Aan het eind van haar leven was ze, net als haar vader, doof. Ze werd begraven in het Couvent des Soeurs de Notre-Dame.