Ze reist met haar familie regelmatig naar Sigmaringen, waar haar moeder vandaan komt. Daar brengt ze veel tijd door met haar neef Karel Anton. Josephine is hardhorig, een kwaal die ze geërfd heeft van haar vader die potdoof was. Bovendien heeft ze last van meerdere gezondheidskwalen waardoor ze geen gewilde bruid is. Ze wil met haar neef Karel Anton trouwen en haar ouders stemmen uiteindelijk toe, hoewel ze er niet helemaal blij mee zijn. Koning Leopold II is ook niet blij met de keuze én de toestemming van zijn broer, immers vroeg hij hun zoon Boudewijn om te trouwen met zijn dochter Clementine, wat Filips en Maria afwezen met voornaamste reden dat ze neef en nicht waren.
Op 28 mei 1894 trouwde Josephine en Karel Anton in Brussel.
Josephine en Karel Anton kregen samen vieren kinderen:
- Stefanie
- Marie Antoinette
- Albert Lodewijk
- Henriëtte
Hun jongste dochter Henriëtte overleed drie dagen na haar geboorte.