Door deze gebeurtenissen angstig geworden stond Frans een grondwet toe, maar het uitroepen ervan veroorzaakte rellen in Napels en het terugtreden van ministers. Liborio Romano werd de nieuwe regeringsleider. Al snel vielen het leger en de marine uiteen en Cavour zond een Piëmontees eskader om de gebeurtenissen waar te nemen. Garibaldi rukte noordwaarts op en werd overal als bevrijder onthaald. Na lang aarzelen en zelfs een oproep aan Garibaldi verliet Frans op 6 september Napels samen met zijn vrouw Maria Sophia en hovelingen. Ze voeren over zee naar Gaeta, waar een groot deel van het leger zich bevond. De volgende dag marcheerde Garibaldi Napels binnen, waar hij hartelijk werd verwelkomd en een voorlopige regering vormde.
Koning Victor Emanuel II van Sardinië had besloten de pauselijke staten binnen te vallen en na het bezetten van Romagna en Marche trok hij het koninkrijk binnen. Garibaldi’s troepen versloegen op 1 en 2 oktober de Napolitaanse royalisten in de slag bij de Volturno terwijl de Piëmontezen Capua veroverden. Alleen Gaeta, Messina en Civitella del Tronto hielden stand. Op 6 november 1860 begon Piëmont met de belegering van deze steden. Frans en Maria Sophia hielden het hoofd koel en gedroegen zich moedig en zelfs toen de Franse vloot, die tot dan toe een aanval vanuit zee had voorkomen, zich terugtrok, bleef hij zich verzetten. Pas op 12 februari 1861 gaf het fort zich over.