Jarenlang leed de prinses aan een ruggenmergziekte, die de artsen niet konden genezen en waarvoor zorg en aandacht voor klimatologische invloeden geen verlichting brachten. De patiënt bracht het grootste deel van de zomer door in Bad Tölz, terwijl ze in de wintermaanden naar Cannes ging. Het klimaat in Sigmaringen beviel haar niet zo goed; Bovendien was de hoge ligging van het prinselijk woonpaleis ongunstig voor hun bewegingsvrijheid. De prins bezocht zijn zieke vrouw vaak in Bad Tölz en Cannes, en haar kinderen gebruikten de feestdagen altijd om aan het bed van hun moeder te gaan.
Na een ernstige ziekte, waarschijnlijk ms, overleed ze in de ochtend van 1 maart 1909 in Cannes op 42-jarige leeftijd.