Henriëtte speelde toneel aan het Groothertogelijk Hessische Theater in Darmstadt. Daar werd ze verliefd op de Beierse prins Ludwig, de oudste broer van de Oostenrijkse keizerin Elisabeth. De verhouding tussen beiden was ingewikkeld, want van Ludwig werd verwacht dat hij “op stand” zou trouwen.
Op 19 mei 1859, werd Henriëtte door koning Maximilian in de adelstand verheven. Ze kreeg de titel “Barones von Wallersee”. Ze kreeg die titel omdat in die tijd, met een zus die keizerin van Oostenrijk was, hij niet met een burgermeisje kon trouwen. Ludwig mocht in eerste instantie niet trouwen met Henriëtte, maar omdat hij toch niet van gedachten veranderde, kreeg hij toestemming om morganatisch te trouwen, maar daarvoor moest hij wel zijn recht op de opvolging als eerste in lijn van de hertogelijke tak van de Wittelsbachers opgeven ten gunste van zijn jongere broer, Karel Theodoor.