Op 5 maart 1855 werd er in Wenen een kind geboren.
Het was een meisje en haar ouders noemde haar: Sophie Frederika Dorothea Maria Josepha.
Sophie was de oudste dochter en het eerste kind van keizer Franz Joseph van Oostenrijk en keizerin Sisi van Oostenrijk.
Sophie had twee zussen:
– Gisela
– Marie-Valerie
Sophie had één broer:
– Rudolf
Keizerin Elisabeth mocht haar dochtertje niet zelf opvoeden omdat ze zelf nog maar 17 jaar oud was. Aartshertogin Sophie had de zorg voor haar kleindochter, Sophie, op zich genomen. Keizerin Elisabeth mocht haar kindje alleen onder begeleiding zien. Dit was de aanleiding voor de verschillende incidenten. Wat Elisabeth beval werd door aartshertogin Sophie ongedaan gemaakt. De hele dag was er strijd en meningsverschillen en keizerin Elisabeth hoefde niet voor steun bij haar man aan te kloppen want hij weigerde zich ermee te bemoeien. Op een gegeven moment gaf Elisabeth het op en kwam ze niet meer naar de babykamer.
Op 21 juni 1855 vertrok keizerin Elisabeth naar Possenhofen, zonder haar dochtertje. De kleine Sophie bleef achter, onder de hoede van haar grootmoeder. Het verblijf in Possenhofen deed keizerin Elisabeth goed, haar gezondheid werd beter en keizerin Elisabeth ging weer terug naar Ischl en van daaruit weer naar Wenen, daar begon het verzet tegen aartshertogin Sophie weer opnieuw. Ondertussen was keizerin Elisabeth weer in verwachting en ze hoopte dat dit een jongetje was zodat het keizerrijk eindelijk een erfgenaam had.