Oppervlakkige gesprekken, die over praatjes aan het hof of maatschappelijke gebeurtenissen gingen, hadden Elisabeth nooit geïnteresseerd en zij onthield zich daar van. Dit leidde er toe dat men aannam dat zij niet beschikte over genoeg verstandelijke vermogens.
Maar in werkelijkheid was Sisi een zeer belezen en goed ontwikkelde vrouw.
“Was de dag nog maar eens zo lang: ik kan niet zoveel leren en lezen als ik graag zou willen”
Sisi was een groot vereerster van Heinrich Heine, ze hield van Shakespeare, ze was goed op de hoogte van geschiedenis, mythologie en filosofie. Sisi sprak vloeiend:
– Engels
– Frans
– Hongaars
En aan het eind van de tachtiger jaren studeerde ze Oud- en Nieuwgrieks. De gesprekken die ze aan het hof had gingen niet verder dan theaterverhalen en Prater gebeurtenissen, zelfs haar man, Franz Joseph begreep niks van de hoogdravende taal van zijn vrouw en hij vond het zelfs verdacht.
Door haar studies verdiepte Elisabeth haar van beginsel aanwezige medemenselijke houding tot een bewust liberale democratische instelling. Voor de laatdunkende aristocratie voelde zij slechts spot, die ook terug te vinden is in haar literaire werken als dichteres. Zij schreef namelijk ook zelf gedichten en wilde daarmee het nageslacht inzicht geven in haar wereld, haar politieke en privé meningen en haar problemen. Haar verzamelde gedichten die uit ca. 600 bladzijden bestaan, liet zij bijna tien jaar voor haar dood in Zwitserland na, met de voorwaarde, ze zestig jaar later te publiceren. Haar gedichten werden voor ons ‘Zielen van de toekomst’ voor wie ze bestemd waren, in de vijftiger jaren toegankelijk.
Gedicht: ‘Aan de zielen van de toekomst’
‘Eenzaam wandel ik op deze aarde
Vervreemd van lust en van het leven,
Mijn zieleleven niet gedeeld met enig metgezel,
De ziel die mij begrijpt, heeft nooit bestaan.
Ik vlucht van de wereld met haar vreugden
En haar bewoners zijn ver van mij vandaan;
Hun geluk en lijden zijn mij vreemd,
Ik wandel eenzaam, als op een ster.
Mijn ziel is vol, tot hersens toe,
Het stomme denken is haar niet genoeg¬
Wat haar beweegt, moet zij in dichtvorm brengen
Het welk ik neerschrijf in mijn boek.
Dit zal zij trouw bewaren, haar leven lang
Over zielen, die haar tot nu toe niet begrepen,
Tot eens, na lange, wisselende jaren
De gedichten bloeiend zullen opengaan.’