In verband met de bruiloft van aartshertog Otto Frans moet een weinig bekend verhaal worden toegevoegd dat een nieuw licht werpt op alles – inclusief de later niet zo harmonieuze relatie van het paar. Keizer Franz Joseph had de troonopvolger Franz Ferdinand meermaals gevraagd, misschien zelfs aangespoord om een geschikte vrouw te zoeken tussen de prinselijke huizen van Europa. Bijzondere aandacht kregen de dochters van de koning van Saksen, aan wie men meermaals verwant was en met wie men een intieme familie- en politieke band had. Dus werd Franz Ferdinand, vergezeld van zijn broer Otto Frans, naar Saksen gestuurd om een bruid te kiezen. Hij vond geen van de dochters van de koning aantrekkelijk, gedroeg zich op zijn gebruikelijke grove en harde manier en was klaar om onmiddellijk te vertrekken.
Op 2 oktober 1886 trouwde Otto Frans met prinses Maria Josepha van Saksen in Dresden.
Otto Frans en Maria Josepha kregen samen twee kinderen:
- Karl Franz Joseph
- Maximiliaan Eugen
Het huwelijk tussen Otto Frans en Maria Josepha was niet gelukkig. Otto Frans had verschillende Maîtresses. Binnen het huis Habsburg was hij niet onomstreden. Zo gooide hij eens – in kennelijke toestand – het portret van de keizer en keizerin vanuit een caféraam naar buiten. Ook nam hij eens – eveneens in staat van dronkenschap – zijn vrienden mee naar de slaapkamer van zijn echtgenote, zodat zij “een non van dichtbij” zouden kunnen zien.
Otto Frans had ook een relatie met Marie Schleinzer.
Otto Frans en Marie kregen samen twee kinderen:
- Alfred Joseph von Hortenau
- Hildegard von Hortenau
In het jaar 1902 trouwde Marie Schleinzer met de kuurarts Julius Cohn, die de kinderen van aartshertog Otto adopteerde. In 1911 kreeg hij de erfelijke adellijke titel “Edler von Hortenau”.