In augustus 1853 ontmoette Sophie Elisabeth, dit was tijdens de verloving van Franz Joseph en Elisabeth. Elisabeth mocht Sophie al vanaf het begin niet, ze hield er niet van om bekeken te worden. Andere leden van het keizerlijk hof voelde deze afkeer. Tijdens de huwelijksreis in april en Mei 1854 naar de kastelen van Laxenbourg wilde aartshertogin Sophie dat Sophie alle opmerkingen van Sisi tegen haar noteerde.
Sophie had een hekel aan keizerin Sisi, aangezien ze een vriendin en vertrouwelinge was van de schoonmoeder van de keizerin, aartshertogin Sophie van Beieren, en ervan verdacht haar spion te zijn. Ze werd ook beschreven als zeer streng, en haar houding ten opzichte van Elisabeth werd vergeleken met die van een gouvernante. Ze werd vervangen door Pauline von Königsegg. Ze is geportretteerd in tal van boeken over Elisabeth.
In Juni 1854, vergezelt ze de keizer en keizerin op hun eerste buitenlandse reis, naar Bohemen en Moravië.
In de winter van 1860 leerde ze dat Elisabeth haar niet wilde hebben op haar reis naar Madeira en de voorkeur gaf aan de jonge dame Mathilde zu Windisch-Grätz boven haar. Gedurende deze tijd zorgt ze op verzoek van aartshertogin Sophie voor de twee kinderen, Gisela en Rudolf, en voor barones Karoline Walden.
In November 1861, vergezelt ze de prins en de kinderen om Elisabeth in Venetië te zien; ze rapporteert aan Sophie de relatie tussen moeder en kinderen. Bij verschillende gelegenheden maken ze ruzie over onderwijs, de hofdame wil Sophie’s ideeën opleggen.
In het jaar 1862 werd Esterházy-Liechtenstein door keizer Franz Joseph uit haar functie als hofdame ontslagen. Pauline von Königsegg volgde haar op. Sophie Esterházy-Liechtenstein keert terug naar Wenen.