Sinds het begin van de 20e eeuw had Clementine gevoelens voor prins Napoléon Victor Bonaparte (beter bekend onder zijn middelste naam Victor). Victor Napoléon was tien jaar ouder dan Clementine, en hoofd van het keizerlijke huis van Bonaparte, die ze sinds de jaren 1880 kende. Prins Victor Napoléon was de zoon van prins Napoléon-Jérôme Bonaparte en prinses Maria Clotilde van Savoye.
In februari 1904 stuurde Victor, in overleg met Clementine, zijn neef, de hertog van Aosta, naar Clementine’s vader, koning Leopold II, om de hand van zijn jongste dochter te vragen. Maar de koning weigerde dit, hij wilde België niet in gevaar brengen. Victor had daarentegen al ruim vijftien jaar een affaire met Marie Biot, een ballerina die hem vanuit Parijs volgde toen hij in 1889 naar Brussel verhuisde en met wie hij twee zoons kreeg.
Victor Napoléon vestigde zich in een herenhuis gelegen op nummer 239 van de Louizalaan in Brussel. Hij profiteerde van de subsidies van keizerin Eugenie en de bonapartistische kringen, waardoor hij met grote snelheid leiding kon geven. Hij beschouwde het als zijn plicht om de cultus die aan Napoleon I was opgedragen, in stand te houden: ‘De aanbidding van de nagedachtenis van Napoleon is mijn enige troost voor mij die in ballingschap glorie betaalt om zijn naam te dragen en een gevaarlijke eer om te worden opgeroepen om de strijd aan te gaan met zware last van zijn nalatenschap”. In België wilde Victor discreet blijven en reisde hij sinds het begin van de jaren 1890 veel door Europa, waar hij gunstig werd ontvangen door verschillende vorsten, waaronder tsaar Alexander III van Rusland. Deze gunstige positie had echter geen invloed op de koning der Belgen, die hem nog steeds vooral als tegenstander van de Franse regering beschouwde. Bovendien vergat Leopold II niet dat keizer Napoleon III er ooit naar streefde België te veroveren, en ook niet dat hij degene was die het ongeluk van zijn geliefde zuster Charlotte veroorzaakte door haar echtgenoot, aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk, tot regeren aan te zetten. in Mexico, voordat ze hen aan hun lot overlieten.