Op 27 januari 1892 werd er in Wenen een kind geboren.
Het was een meisje en haar ouders noemde haar: Elisabeth Francisca.
Elisabeth Francisca was de eerste en oudste dochter van aartshertog Frans Salvator van Oostenrijk en aartshertogin Marie Valerie van Oostenrijk.
Elisabeth Francisca was de kleindochter van keizer Frans Joseph en Keizerin Elisabeth.
Elisabeth Francisca had vijf zussen:
– Hedwig
– Gertrud
– Maria Elisabeth
– Mathilde
– Agnes
Elisabeth Francisca had vier broers:
– Franz Karl
– Hubert Salvator
– Theodor Salvator
– Clemens Salvator
Haar moeder, aartshertogin Marie Valerie, beviel een maand eerder dan verwacht van haar eerste kind. Haar moeder, Keizerin Sisi, was bij de bevalling. Het meisje werd naar de keizerin vernoemd: Elisabeth Francisca. Het kleine meisje kreeg de bijnaam: ‘Ella’. Keizerin Elisabeth droeg na de dood van haar enige zoon, kroonprins Rudolf, op enkele uitzonderingen, alleen maar zwarte kleding, maar bij de doop van de kinderen van haar jongste dochter Marie Valerie, droeg ze een aar uur gekleurde kleding, zo ook bij de doop van de kleine Elisabeth Francisca ‘Ella’. Keizerin Elisabeth en keizer Franz Joseph hielden enorm veel van Ella, tijdens hun ontmoettingen bracht keizerin Elizabeth veel tijd door met Ella. Na de moord op keizerin Elisabeth, bracht keizer Franz Joseph, zoals ze elke kerst deden, door met zijn jongste dochter, Marie Valerie, en haar familie, dus ook met zijn kleindochter ‘Ella’. Ella en haar broers en zussen genoten enorm van deze kerstdagen.