Rudolf liet Mizzi 30.000 gulden na in zijn testament. Toen Rudolf zelfmoord pleegde was Mizzi vierentwintig jaar oud, ze gaf nooit een interview en leefde ze een volledig teruggetrokken leven. Op 7 november 1889 ontving ze het Weense staatsburgerschap en verklaarde dat ze in loondienst was als huiseigenaar.
In 1891 verkocht ze het huis aan de Heumühlgasse en verhuisde naar het huis aan de Paniglgasse 19 in dezelfde wijk, iets dichter bij het stadscentrum.
op 29 januari 1907 overleed Mizzi, volgens de overlijdensakte overleed Mizzi aan verharding van het ruggenmerg, een gevolg van syfilis. Ze werd begraven in Mödling, waar ze een tijdje woonde. Het graf bestaat van Mizzi is er niet meer.
Ze liet geen dagboeken, geen brieven en geen memoires achter.