10 september 1898 is een mooie zonnige dag. Keizerin Elisabeth is om 9 uur ’s ochtends bezig met haar haar, als Irma komt. Keizerin Elisabeth klaagt bij de gravin dat ze slecht geslapen heeft maar toch ziet ze er fris uit.
Om 20 minuten voor 2 zou de boot naar Caux vertrekken.
Om 13.35 uur verlaten keizerin Elisabeth en gravin Irma het hotel en lopen naar het schip. De gravin haast om naar het schip te gaan, maar keizerin Elisabeth laat zich niet haasten. Op hetzelfde moment komt er een jongeman naar ze toegelopen. De jongeman doet geheimzinnig en loopt eigenaardige manier. Kruislings en dwars huppelend gaat hij over de straat, richting de keizerin en de gravin. Dan springt hij voor de keizerin en met een beweging stoot hij met een vuist tegen de borst van de keizerin, die achterover valt. De jongeman wordt door twee koetsiers vastgehouden en overgeleverd aan de politie. De gravin schreeuwt dat er iets aan de hand is, meteen daarna komen er van alle kanten mensen naar ze toe. Keizerin Elisabeth komt langzaam weer bij bewustzijn, dan helpt een koetsier de keizerin met opstaan. Elisabeth’s ogen glanzen en haar gezicht is rood. De koetsier borstelt het stof van de Elisabeth’s kleding. De portier van hotel Beau Rivage, het hotel waar keizerin Elisabeth en gravin Irma hadden overnacht, kwam haastig naar haar toe en verzocht haar terug in het hotel te komen, maar de keizerin sloeg elke hulp af. Het ging goed met haar, er was niks. Ze zette haar hoed op, pakte haar waaier en parasol, daarna groette ze de mensen en liep samen met haar gravin het schip op. Opeens wordt Elisabeth bleek. Op het schip wordt Elisabeth duizelig en begint ze te wankelen. De gravin probeerde de keizerin op te vangen maar ze houd haar niet en schreeuwt om een arts. Gravin Irma denkt dat de keizerin een hartaanval heeft gehad. Keizerin Elisabeth wordt op een bank gelegd, ze komt nog eenmaal bij. Haar laatste worden waren: “Wat is er dan eigenlijk met me gebeurt?” Dan sluit ze opnieuw haar ogen. Gravin Irma ontdekt een driehoekige wond met een druppeltje gedroogd bloed op haar jurk. Het schip waar Elisabeth en gravin op zitten vertrekt meteen naar Genève. Elisabeth wordt terug naar het hotel gebracht en in het bed gelegd. Op het bed zucht ze nog twee keer diep. In het hotel zijn twee artsen te plaatsen. De wondopening in de huid is door het verwijderen van het korset verschoven. Volgens de artsen is er geen hoop meer voor de keizerin.
De keizerin leeft nog, ze is zwak en ademt licht, eerst om de 2 minuten, na 2 uur verklaart de arts de keizerin dood. De slagader van de linkerarm wordt geopend, er komt geen druppeltje bloed. Daarna verlaten de artsen de kamer.