Na de dood van de koning moest Blanche Brussel meteen verlaten, maar niet zonder een fortuin aan geld, waardepapieren en juwelen mee te nemen. De koning was vervreemd van zijn drie dochters en had haar zoveel mogelijk begunstigd. Om de wettelijke beperkingen te omzeilen, had hij een trust opgezet. Deze werd succesvol aangevochten door zijn dochters en de Belgische regering. Ook de onroerende eigendommen op naam van Caroline werden in beslag genomen.