In het jaar 1891 overleed Alberts oudere broer, Boudewijn, aan een longoedeem. In het jaar 1905 overleed zijn vader, prins Filips en in het jaar 1909 overleed ook zijn oom, koning Leopold II. Omdat er nu geen andere troonopvolgers meer waren was Albert nu de eerstvolgende in de lijn en vanaf dit moment werd hij voorbereid op zijn taak als koning.
Nu Albert de troonopvolger was had hij vele voorbeelden in zijn familie.
- Koning Carol I van Roemenië – Oudere broer van zijn moeder, prinses Maria.
- Koningin Stephanie van portugal – Oudere zus van zijn moeder, prinses Maria
- Keizerin Charlotte van Mexico – Jongere zus van zijn vader, graaf Filips, en schoonzus van keizerin Elisabeth van Oostenrijk
- Koning Lodewijk philips van Orléans, koning van Frankrijk – grootvader, vader van zijn vader
- Kroonprinses Stefanie van oostenrijk-Hongarije – Zijn nicht
- Koningin Elisabeth van België – Zijn vrouw en nicht van keizerin Elsiabeth van Oostenrijk
Veel van deze familiebanden werden op de proef gesteld tijdens de Eerste Wereldoorlog; hij liet om die reden later de Saksische kwartieren uit zijn familiewapen bannen en de familienaam Saksen-Coburg-Gotha uit zijn titulatuur schrappen.