Een paar schrijvers (bijvoorbeeld Martha Schad) beweren dat Georg na de dood van zijn vader in 1930 de opvolger werd van de Griekse rechten van zijn oudoom, koning Otto van Griekenland , die in 1862 werd afgezet. oom Ludwig en zijn nakomelingen waren ouder, maar Ludwig had in 1869 afstand gedaan van zijn Griekse rechten. De Griekse grondwet van 1844 vereiste echter dat de opvolger van koning Otto ‘de Grieks-orthodoxe religie moest belijden’.