Het Wiener Prater is een groot park in Wenen, gelegen in het tweede district (Leopoldstadt), ten oosten van het stadscentrum. Met “Prater” wordt ook vaak verwezen naar een deel van het Prater dat ingericht is als attractiepark; dit deel wordt Wurstelprater of Volksprater genoemd. De bekendste attractie is het grote reuzenrad (Riesenrad) uit 1897. Het Wurstelprater beslaat slechts een klein deel van de totale oppervlakte van het Prater, die ongeveer 6 km² bedraagt.
Oorspronkelijk was Het Prater een keizerlijk jachtgebied. In het jaar 1766 stelde Keizer Jozef II het gebied open voor het publiek. In het jaar 1873 werd er de Wereldtentoonstelling georganiseerd. Tot het jaar 1920 werd er nog gejaagd in het Prater.
In het oorspronkelijke Prater zijn in de loop der tijd ook een industriegebied, het Ernst Happelstadion en verschillende andere sportfaciliteiten verrezen. Ook de aanleg van de Südosttangente, een belangrijke autoweg, verkleinde het gebied.
Door het park loopt een 4,5 kilometer lange weg, de Hauptallee, omzoomd met kastanjebomen. Deze loopt van Praterstern naar het Lusthaus uit 1781-1783. In het Prater liggen verder een planetarium en, in hetzelfde gebouw, een museum over het park, het ‘Pratermuseum‘. Opmerkelijk is de “republiek Kugelmugel”, een door de kunstenaar Edwin Lipburger opgerichte dwergstaat in een bolvormig huis.
In het noorden bevindt zich een locatie van Madame Tussauds.