Op 25 mei 1889 werd er een kind geboren.
Het was een jongen en zijn ouders noemde hem: Frans Xavier Karel Maria Anna Jozef.
Xavier was het derde kind en de tweede zoon van hertog Robert I van Parma en zijn tweede vrouw prinses Maria Antonia van Bragança.
Xavier had zes zussen:
– Maria
– Francisca
– Zita
– Maria Antonia
– Isabella
– Henriette
Xavier had vijf broers:
– Sixtus
– Felix
– René
– Lodewijk
– Gaetano
De vader van Xavier was eerst getrouwd met prinses Maria Pia van Bourbon-Sicilië, zij hadden samen kinderen.
Xavier had acht halfzussen:
– Maria Louise
– Louise Maria
– Maria Immaculata
– Maria Theresia
– Maria Pia
– Beatrice
– Maria Anastasia
– Auguste
Xavier had vier halfbroers:
– Ferdinand
– Hendrik
– Jozef
– Elias
De moeder van deze kinderen, prinses Maria Pia van Bourbon-Sicilië, overleed op 29 september 1882, dezelfde dag als haar jongste dochter, Auguste.
Hij ontving onderwijs aan het seminarie der jezuïeten in Feldkirch, daarna ging hij in Frankrijk een opleiding tot landbouwkundig ingenieur volgen en studeerde hij in Parijs politieke en economische wetenschappen.
Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak meldde Xavier zich samen met zijn oudere broer, Sixtus, bij het Franse leger, maar omdat zij buitenlandse prinsen waren werden zij niet toegelaten. Maar in het Belgische leger werden de twee prinsen wel toegelaten, en brachten het in de oorlog tot kapitein bij de artillerie.
Xavier droeg het Franse Croix de guerre en het Belgische Oorlogskruis. Hij was ridder in de Belgische Orde van Leopold II.
Na de oorlog nam Xavier de Franse nationaliteit aan.
Op 12 november 1927 trouwde Xavier met hertogin Marie Madeleine Yvonne de Bourbon-Busset.
Xavier en Madeleine kregen samen zes kinderen:
– Maria Francisca
– Carel Hugo
– Maria Teresa
– Cecilia
– Maria
– Sixtus
Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende Xavier opnieuw in het Belgische leger en later speelde hij een belangrijke rol bij de Franse Maquis. Hij werd door de nazi’s gevangengenomen en naar Natzweiler en Dachau gezonden. In Dachau weigerde hij de hem aangeboden elite-behandeling. Hij wenste net als alle andere gevangenen te worden behandeld.
In het jaar 1945 werd hij door de Amerikaanse troepen bevrijd, toen hij bevrijd was ging hij met zijn gezin weer op zijn beide kastelen in Frankrijk wonen.
In het jaar 1952 riep hij zichzelf uit tot koning van Spanje, in het jaar 1969 werd hij gepasseerd door Franco, hij wees Juan Carlos de Borbón aan als opvolger.
In het jaar 1975 benoemde Xavier zijn oudste zoon, Carlos Hugo, als troonopvolger en noemde hij zichzelf voortaan graaf van Molina.
Op 7 mei 1977 overleed Xavier.