Op 25 september 1852 werd er in het Belgische Laken een kind geboren.
Het was een jongen, en zijn ouders noemde hem: Christian Friedrich Arthur Meyer, Arthur.
Hij was het tweede kind en de tweede zoon van Leopold I van België en zijn minnares Arcadie Claret.
Arthur had geen zussen:
Arthur had één broer:
– Georg
Arthur had één halfzus:
– Charlotte
Arthur had drie halfbroers:
– Lodewijk Filips
– Leopold
– Filips
Arthur werd verldmaarschalk van het Coburgse hertogelijke hof en vleugeladjudant van de Bulgaarse koning.
In het jaar 1909 was Arthur aanwezig bij de begrafenis van Leopold II, zijn aanwezigheid bleef niet onopgemerkt want met zijn rijzige gestalte en zijn weelderige en vierkantig geknipte baard leek hij heel erg op zijn overleden halfbroer.
In het jaar 1887 trouwde Arthur met Anna Lydia Harris.
Arthur en Anna Lydia kregen samen één kind:
– Louise-Marie
In het jaar 1918, na de Duitse nederlaag, moesten alle Duitse vorsten hun ambt neerleggen, ook de hertog van Coburg. Voor Arthur vielen de inkomsten weg evenals zijn positie aan het regerend vorstenhuis. Alles wat hij van zijn moeder had geërfd smolt als sneeuw voor de zon weg als gevolg van de hollende inflatie. Hij probeerde nog een aantal jaren te overleven in Duitsland maar dat lukte niet.
In het jaar 1924 zat Arthur helemaal aan de grond, hij keerde terug naar België en vestigde zich samen met zijn vrouw en dochter in Etterbeek.
In het jaar 1934 liet hij op de akten van de burgerlijke stand zijn naam wijzigen van Meyer in von Eppinghoven en nam hij de Belgische nationaliteit aan. Zijn vrouw vroeg om hulp bij koning Albert I en kreeg die ook, onder vorm van een lijfrente.
Op 9 november 1940 overleed Arthur, hij was arm en ziek. Arthur werd begraven op het kerkhof van Laken, in de schaduw van de koninklijke Crypte.
Arthur was het laatste kind van Leopold I.
Ook na zijn dood werd materiële bijstand verleend aan zijn weduwe en dochter, onder meer als voorschot op het erfdeel dat ze nog van Arthurs halfzuster, keizerin Charlotte van Mexico, moesten ontvangen. Hun ongehuwd gebleven dochter, Louise-Marie, werd ook door prins-regent Karel geholpen, die voor haar een huis liet aankopen door de Koninklijke Schenking en haar daar haar hele leven gratis liet wonen.