Op 8 maart 1823 werd er een kind geboren.
Het was een jongen en zijn ouders noemde hem: Gyula Julius.
Gyula was de tweede zoon en het derde kind van graaf graaf Károly Andrássy en gravin Etelka Szápary.
Gyula had één zus:
– Kornélia
Gyula had twee broers:
– Manó
– Aladár
Gyula groeide op in een conservatief en patriottistisch milieu. Gyula ging naar de Koninklijke Katholieke Universiteit in Boedapest. In deze periode kwamen er veel hervormingen tot stand die een grote invloed op zijn ontwikkeling had. Nadat hij zijn studie rechten had afgerond. maakte hij een lange reis door het buitenland, dit was een traditie voor jonge edelmannen. Gyula’s grootste idool was de Hongaarse graaf István Széchenyi, hij wordt beschouwd als de grote bezieler van de modernisering van Hongarije in de 19de eeuw. Graaf Széchenyi leerde Andrássy kennen en zag een grote toekomst voor hem weggelegd.
In het jaar 1847 neemt Gyula, namens het comitaat Zemplén, zitting in de Hongaarse parlement, als aanhanger van de Hongaarse nationalistische en liberale politicus Lajos Kossuth.
In het jaar 1848 wordt Gyula benoemd als hoogste bestuurder van het comitaat Zemplén. Op 11 september 1848 valt de Oostenrijkse generaal Josip Jelačić met 40.000 man Hongarije binnen. Gyula neemt het bevel op zich van de nationale garde van Zemplén. Tijdens de Hongaarse revolutie van het jaar 1848 vecht Gyula mee bij Pákozd en Schwechat. Tijdens de lentecampagne is hij de secondant van generaal Artúr Görgei en in het voorjaar van 1849 wordt Gyula bevorderd tot kolonel. De Hongaarse opstand is inmiddels in gevaar gekomen en hij wordt door de Hongaarse minister van buitenlandse zaken graaf Kázmér Batthyány tevergeefs als gezant op een diplomatieke missie naar Constantinopel gestuurd, om steun voor de Hongaarse zaak te verkrijgen. In het jaar 1850 word de Hongaarse opstand neergeslagen en Gyula wordt bij verstek ter dood veroordeeld, Gyula vlucht, eerst naar Parijs en later naar Londen.
In Parijs neemt Gyula actief deel aan het sociale verkeer en treedt toe tot de Parijse vrijmetselaarsloge Le Mont Sinai. Hier leert leert hij de Hongaarse gravin Katinka Kendeffy kennen. In het jaar 1856 trouwen Gyula en Katinka. Gyula en Katinka krijgen samen drie kinderen:
– Tivadar
– Ilona
– Gyula
Nadat zijn moeder, gravin Etelka Andrássy-Szápary, heeft bemiddeld krijgt Gyula gratie. In het jaar 1860 durft Gyula het aan om naar Hongarije terug te keren. Gedurende zijn ballingschap is hij tot een nieuw standpunt over de Hongaarse onafhankelijkheid gekomen. Hij ziet in het snel opgekomen Panslavisme een groot gevaar voor de levensvatbaarheid van de Hongaarse staat en is nu van mening dat Hongarije beter deel kan blijven uitmaken van een Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie, om zich op die manier van steun van Oostenrijk te verzekeren. Wel staat hij een verstrekkende autonomie van Hongarije voor.
In het jaar 1861 keert Gyula terug in het Hongaarse Parlement, waar hij gezamenlijk met Ferenc Deák pleit voor dit nieuwe standpunt.
Op 17 september 1867 word Gyula aangesteld als minister-president van Hongarije, dit zou hij blijven tot 14 november 1871.
In Boedapest laat hij grootse boulevards aanleggen en nieuwe stadsuitbreidingen bouwen. Ook zorgt hij voor de aanleg van een waterleidingssysteem, bestrating van de tot dan toe grotendeels ongeplaveide wegen in de stad en de totstandkoming van markthallen.
Gyula word een belangrijke vertrouweling voor het keizerspaar, Franz Joseph en keizerin Sissi. In het jaar 1867 begeleid Gyula het paar naar de Wereldtentoonstelling van Parijs, en in het jaar 1869 naar de opening van het Suezkanaal
Op 14 november 1871 wordt Gyula Andrássy door de keizer benoemd tot keizerlijk minister van buitenlandse zaken. Tijdens de Frans-Duitse Oorlog van 1870–1871 voert hij een strikt neutrale politiek. Meerdere malen neemt hij initiatieven om te proberen de groeiende Russische invloed op de Balkan in te perken.
In het jaar 1872 is Gyula aanwezig bij de ontmoeting van keizer Franz Jozeph met Keizer Wilhelm I van Duitsland en Tsaar Alexander II van Rusland in Berlijn en voert daar zelf gesprekken met onder meer Otto von Bismarck.
In het jaar 1874 begeleidt hij keizer Franz Joseph naar Sint-Petersburg.
In het jaar 1875 begeleid Gyula de keizer naar Venetië voor gesprekken met de Italiaanse Koning Victor Emanuel II.
In het jaar 1876 begeleid Gyula de keizer naar Reichstadt voor een ontmoettng met de Russische Tsaar.
Tijdens de Balkancrisis van 1875–1878, waarbij Turkije oorlog voert tegen Servië, Montenegro en successievelijk tegen Rusland, voert Gyula wederom een neutraliteitspolitiek voor Oostenrijk-Hongarije. Een opstand in Bosnië-Herzegovina geeft hem in 1876 aanleiding om zich te wenden tot de regering van het Ottomaanse Rijk, over de situatie van gevluchte Christenen. Na de Vrede van San Stefano pleit hij voor een Europese basis voor het verdrag, welk gerealiseerd wordt door het plaatsvinden van het Congres van Berlijn, waaraan Andrássy zelf deelneemt.
Als laatste daad werkt hij aan de Tweebond tussen het Duitse Keizerrijk en Oostenrijk-Hongarije, welke een dag voor zijn eigen aftreden, op 8 oktober 1879 tot stand komt. De Tweebond is een militair pact tussen de twee machten, echter de door Duitsland tevens gewenste economische samenwerking wordt door hem verworpen. Officiële reden voor zijn aftreden is de gezondheid van de graaf, maar het is niet onwaarschijnlijk dat ook een rol speelt dat de toenemende Russische invloed op de Balkan die hij lang had bevochten, ook zijn grip op Hongarije begint te krijgen.
Graaf Gyula Andrássy was erelid van de Hongaarse Academie van Wetenschappen, niet op grond van het feit dat hij geschiedenis had beschreven, maar omdat hij zelf geschiedenis had gemaakt. Hij stierf aan kanker, die zijn arts Dr. Antal had gediagnosticeerd door middel van elektrische verlichting van de blaas.
De persoon van Gyula Andrássy komt voor in de film Sissi – De jonge keizerin uit 1956 en in Sissi – De woelige jaren uit 1957, waarin de rol van Andrássy telkens wordt vertolkt door de acteur Walther Reyer. Gyula Andrássy staat in zijn tijd bekend om zijn aantrekkelijke voorkomen, echter van een in de films gesuggereerde meer dan oppervlakkige relatie met Keizerin Sissi blijkt niets in bekende bronnen.