‘In een grote dennenboom, Geparfumeerde op het zachte mos is blij dat een Herbstcyclame je bos eenzaamheid alleen.
Niet erg lang, duurt haar vreugde; Een pad geel en dik, stijgt er uit het kruid van de heide centra in haar nek.
Is ze zelfs kort Toch heeft ze zelfs gedrukt ach arme bloem! bijna wreef het er nu uitziet helemaal verbogen.
Hoe gaat het met de fabriek wordt geleverd, Hetzelfde gebeurde met mij, moeten ‘een bezoek te ontvangen van de drukte me ook bijna!
Net als de arme Herbstcyclame, als mijn geest is nog steeds down meer: in plaats van het pad, een dame Kostte me gelukkig elke zin.’