Op 4 mei 1857 moesten keizerin Elisabeth en keizer Franz Joseph naar Hongarije. Elisabeth stond erop dat haar twee dochters mee gingen. Na een hevige ruzie mocht ze haar kinderen meenemen.
Op 13 mei 1857 reisde ze verder het binnenland van Hongarije in. Opeens werd hun jongste dochter, Gisela, ziek ze had koorts en diarree. Gisela knapt al snel op en op 18 mei 1857 ging de reis verder.
Maar op 19 mei 1857 werd hun oudste dochter, Sophie, ziek. Ze leed aan dezelfde verschijnselen als haar zusje, Gisela. De hofarts dacht dat het doorkomende tandjes waren, maar de kleine Sophie bleef huilen. Keizer Franz Joseph en keizerin Elisabeth maakte zich zorgen maar er was een lichte verbetering in de toestand van Sophie en dat gaf de ouders weer goede hoop en gingen verder.