Op 21 mei 1864 werd er in Laken een kind geboren.
Het was een meisje en haar ouders noemde haar: Stephanie Clotilde Louise Hermine Marie Charlotte.
Ze was het derde kind en tweede dochter van koning Leopold II en koningin Maria Hendrika.
Stefanie had twee zussen:
– Louise
– Clementine
Stefanie had een broer:
– Leopold
Stefanie had verschillende titels:
– Aartshertogin van Oostenrijk.
– Kroonprinses van Oostenrijk-Hongarije.
– Prinses van België.
– Prinses van Lonyay de Nagy-lonya Vasoros-Nameny.
Stefanie zorgde voor haar jongere zus, prinses Clementine, ze was haar lievelingszus.
Stefanie’s moeder had een liefdeloos huwelijk en werd zonder respect behandeld, terwijl haar man regelmatig minnaressen had.
Op 22 januari 1859 stierf Stefanie’s broer, Leopold, op 9 jarige leeftijd, hij stierf aan de gevolgen van een longontsteking.
Het huwelijk van haar ouders viel uit elkaar.
Na de dood van zijn zoon zette koning Leopold II zijn zinnen op het huwelijkspolitiek, zijn dochter, Stefanie, zou keizerin van Oostenrijk worden.
Op 10 mei 1881 trouwde Stefanie met kroonprins Rudolf van Oostenrijk.
Stefanie en Rudolf kregen samen een kind:
– Elisabeth Marie
Het was geen huwelijk dat uit liefde bestond maar toch was het een gelukkig huwelijk.
Stefanie en keizerin Elisabeth hadden een ding gemeen en dat was de liefde voor Hongarije.
Het huwelijk werd minder toen kroonprins Rudolf Stefanie verraste met een geslachtsziekte, hierdoor kon Stefanie geen kinderen meer krijgen.
Stefanie kreeg weinig steun van het Oostenrijkse hof, en al helemaal niet van haar schoonmoeder, keizerin Elisabeth.
Op 30 januari 1889 pleegde Rudolf, samen met zijn minnares Mary von Vetsera, zelfmoord in het jachtslot Mayerling.
Het keizerlijk paar richtte hun pijlen op Stefanie die dit moest verdragen.
Stefanie mocht al haar sieraden en voorrechten houden zolang ze niet hertrouwde.
Op 22 maart 1900, elf jaar na de dood van kroonprins Rudolf, hertrouwde Stefanie met prins Elmer van Nagy-lonya Vasoros-Nameny.
Het huwelijk werd door het Belgische en Habsburgse hof afgekeurd.
Keizer Franz Joseph nam Stefanie dit kwalijk en verbrak alle contacten.
Na de dood van haar vader bleef ze vechten voor haar geluk.
Op 24 augustus 1945 stierf Stefanie, nadat ze was gevlucht voor het rode leger en was ingetrokken in een Hongaars Benedictijner klooster.