Het jaar 1867 was het jaar dat Elisabeth koningin en Franz Joseph koning van Hongarije werden.
Ze zouden in de zomer gekroond worden.
In januari 1866 was een delegatie uit Hongarije bij Elisabeth op bezoek geweest.
Elisabeth had ze verrast door een japon in de nationale Hongaarse kledendracht te dragen en door met ze in het Hongaars te spreken.
Op 8 maart 1867 vertrok keizer Franz Joseph Boedapest voor staatsbezoek.
Zijn vrouw,keizerin Elisabeth, was er niet bij want Sophie von Sachsen, haar schoonzus, de vrouw van haar broer Karl Theodor, was overleden dus ze ging naar haar familie.
Op 8 mei vertrokken keizer Franz Joseph en zijn vrouw keizerin Elisabeth naar Boedapest waar ze hartelijk ontvangen werden.
Op 11 mei kwamen ze in Gödöllö aan waar nog hard gewerkt werd aan het paleis en de paleistuinen.
Maar er was niet alleen maar vreugde in Hongarije want er werden ook bedreigingen naar het keizerlijk paar geuit, men zou van plan zijn de kroning te verpesten.
Elisabeth was er niet gerust op maar toch ging ze verder met de voorbereidingen en verstelde de mantel van de heilige Stephan, deze mantel zou Franz Joseph op zijn schouders worden gehangen, als hij werd gekroond tot koning van Hongarije.
Elisabeth stopte de gaten in zijn kousen en vulde de kroningskroon op met een vulling omdat deze veel te wijd zou zijn.
Elisabeth zou er een prachtige witte japon van wit en zilver brokaat gemaakt zijn met een zwartfluwelen topje dat vol met edelstenen zat.
Het feest begon op 6 juni 1867.
Maar het feest werd al snel wat minder leuk want Elisabeth en Franz Joseph kregen te horen dat Mathilde, dochter van aartshertog Albrecht von Habsburg, om het leven was gekomen.
Aartshertog Albrecht von Habsburg was de neef van Franz Joseph.
Mathilde mocht van haar vader niet roken maar stiekem deed ze dit toch, maar toen ze de brandende sigaret voor haar vader wilde verstoppen vloog haar licht ontvlambare japon in de brand waardoor ze zwaar gewond raakte.
Mathilde liep tweede en derdegraads brandwonden op, een paar dagen later overleed ze aan haar verwondingen.
8 juni 1867 was de kroning.
Franz Joseph verscheen op zijn paard in het Hongaarse uniform van Marshall.
Elisabeth kwam in een galawagen aan die getrokken werd door acht paarden, ze droeg de prachtige nationale japon en op haar hoofd had ze een diamantenkroon.
Elisabeth’s ogen waren gevuld met tranen toen ze zag hoe graaf Andrassy de kroon op het hoofd van Franz Joseph zetten en hem de mantel op zijn schouders hing en hem de bijbehorende scepter en het kruis gaf.
Dan was Elisabeth’s beurt, de kroon raakte haar op haar schouder en zo werd zij gekroond tot koningin van Hongarije.
De warme tonen van het Tedeum drongen diep door en toen Franz Joseph en Elisabeth de dikke gouden munten met daarop hun afbeelding kregen aangereikt op een gouden schaal van de kerk vulden hun ogen zich met tranen van ontroering. De Dubbelmonarchie van Oostenrijk-Hongarije was een feit.
Ze verlieten de kerk en de minister van Financiën wierp handenvol gouden en zilveren munten tussen de bevolking.
Elisabeth voer met een schip naar het Lloydpaleis en keek vandaar toe hoe Franz Joseph een onstuimig paard trachtte te beheersen.
Franz Joseph reed het paard een opgeworpen aarden heuvel op en zwoer de eed om het land te beschermen in de vier windrichtingen.
Die avond was er een groot diner en toen dat beïndigd was trok een vermoeid koningspaar zich terug in hun privé appartementen.