Hertogin Elisabeth en, de toen nog aartshertog, Franz Joseph hadden elkaar al in juni 1848 in Innsbruck ontmoet.
Hij was niet in de stemming om zich met zijn nichtjes bezig te houden omdat hij net terug was uit Italië.
In Italië moest hij een opstand voorkomen en in Hongarije ging het ook al niet goed.
Aartshertogin Sophie was erg onder de indruk van Helene, Elisabeth’s oudste zus.
Ze vond dat Helene later met haar zoon, Franz Joseph, moest trouwen.
Helene zou volgens haar keizerin van Oostenrijk worden.
De tweede ontmoeting was vijf jaar later.
In 1853 ging Elisabeth samen met haar moeder, Ludovika, en haar oudste zus, Helene, naar het Oostenrijkse Ischl waar Helene de aandacht van Franz Joseph moest trekken.
Op 16 augustus 1853 vond in hotel Talacini de ontmoeting plaats.
Tijdens het feest, dat ter ere de keizer werd gegeven, werd Franz Joseph verliefd op Elisabeth die geheel ongedwongen aanwezig is.
Elisabeth was toen nog maar een meisje van 15 jaar met blozende wangen en loshangend haar en sprankelende ogen.
De volgende morgen maakt hij zijn moeder duidelijk dat hij niet met Helene maar met Elisabeth wilde trouwen.
Aartshertogin Sophie schrok van de beslissing van haar zoon maar bracht het verzoek over aan Ludovika, Elisabeth’s moeder, die het aan haar dochter vertelde.
Elisabeth schrok van zijn aanzoek maar kon het niet weigeren omdat ze zo erg van hem hield, al vond ze het vreselijk voor haar zus, Helene, die eigenlijk voor de keizer bestemd was.